Jan Lenters (1893 JL 1968).
Jan Lenters

Geboren te Emmen op 22 januari 1893.
Overleden waarschijnlijk te Soestdijk op 12 juni 1968.

Algemeen.

Jan Lenters werd aangesteld als directeur van de N.V. Drukkerij en Boekhandel v.h. J.W. de Graaf en zo kwam hij in 1921 in Enkhuizen wonen op het adres Dijk 623 – 624, later gewijzigd in Dijk 78 te Enkhuizen, waar ook o.a. Gerrit Stapel en Klaas Norel hebben gewerkt. In september 1931 overleed zijn vrouw. Hij is nooit meer hertrouwd.

Lenters was gereformeerd en stemde ARP. Hij was al snel actief binnen het sociale netwerk dat bij die zuil behoorde. Zo is hij lang lid geweest van het schoolbestuur van de christelijke Raamstraatschool, waar meester Jan Hommes hoofd der school was. Ook was hij commandant van het Vrijwillige Landstormkorps Luchtwachtdienst te Enkhuizen. De vrijwilligers van de Luchtwachtdienst speurden in de jaren voor de 2e wereldoorlog vanaf de Drommedaris naar vijandelijke vliegtuigen. Ook Sas Sietses was hierbij vrijwilliger.

De jaren 1940-1943.

Het is 14 mei 1940, dinsdag na Pinksteren. De Duitse Luftwaffe legt het centrum van Rotterdam in de as. Nederland capituleert. De Nederlandse marine neemt de wijk naar Engeland. Het in Enkhuizen gestationeerde IJsselmeerflottielje zit echter in de val. Die nacht – Norel zou het later in zijn trilogie Varen en vechten beschrijven – dreunt Enkhuizen op zijn grondvesten. Het flottielje wordt opgeblazen. Het mag niet in Duitse handen vallen.


De troosteloze aanblik van halfgezonken en zwartgeblakerde wrakken grijpt Norel de volgende ochtend naar de keel.
Die dag verschijnt de in Enkhuizen en omstreken verschijnende krant de Vrije Westfries, waarvan Norel de hoofdredacteur en Jan Lenters de directeur is, met een dikke rouwrand. Ook in de weken die volgen blijft Norel in het blad uiting geven aan zijn woede over de Duitse inval. Het gevolg is dat hij eind juni 1940, als eerste journalist, achter de tralies gaat. Hij wordt drie weken vastgehouden in het Amsterdamse Huis van Bewaring aan de Weteringschans. De Vrije Westfries mag twee weken niet verschijnen.
In april 1941 wordt de door Lenters uitgegeven krant definitief verboden.

Het Vrijwillige Korps Landstormdienst maakte deel uit van de Nederlandse Defensie en in zijn functie als commandant was Jan Lenters bevoegd tot het dragen van een wapen. Hij had dan ook een handvuurwapen. (Pistool of revolver)
Kort na de bezetting werd hij gesommeerd dit wapen in te leveren op het politiebureau te Enkhuizen.
Jan Lenters was goed bevriend met (hoofd)inspecteur D.F.Beekhoven en toen hij zijn wapen kwam inleveren heeft Beekhoven een ander oud wapen, wat hij nog ergens had liggen, ingeschreven als het wapen van Lenters. Zo doende ging hij weer met zijn wapen naar huis.

In de eerste oorlogsjaren was er nog niet veel verzet tegen de bezetters. De Duitsers gedroegen zich redelijk netjes en het gewone leven ging verder.
Het kleine verzet bestond vooral uit het maken en rondbrengen van berichten om verzet te gaan plegen en om de Duitsers belachelijk te maken.

Stilletjes aan is Jan Lenters begonnen met zijn verzetsdaden.
Hij waarschuwde het verzet als er een razzia werd verwacht en hield zich bezig met het onderbrengen van onderduikers.
In documentatie over het verzet in Enkhuizen wordt verschillend geschreven over de rol van Jan Lenters. De één schrijft dat hij tot het verraad in 1943 deel uitmaakte van de LO Enkhuizen, de ander schrijft dat hij en zijn zoon Ben los van de LO zelfstandig opereerden.

In het boek “Andijkers in verzet” schrijft Riekele Hovenga:
“In het algemeen was het niet bekend of Duitsers in aantocht waren voor het houden van b.v. een razzia.
Wat dit betreft heeft de heer Lenters Sr.een uiterst belangrijke rol gespeeld, omdat hij er steeds goed van op de hoogte bleek te zijn als de Duitsers het voornemen hadden in een bepaalde gemeente een inval te doen.
Aanvankelijk bemande hij het adres (N.V. Drukkerij en Boekhandel v/h J.W. de Graaf) in Enkhuizen, waar onderduikers die met de trein aankwamen opgevangen werden alvorens zij naar hun definitieve adres werden gebracht.
Honderden en honderden onderduikers zijn de heer Lenters op deze manier gepasseerd.
Zoals gezegd, de heer Lenters was, overigens op een manier die nooit bekend is geworden, zeer goed op de hoogte met Duitse acties, in ieder geval op het punt van razzia’s.
Een alarmbericht van de heer Lenters werd in Andijk dan ook altijd uiterst serieus genomen, vooral omdat ze steeds betrouwbaar bleken.
De vraag blijft inmiddels hoe de heer Lenters aan zijn informatie kwam. Het antwoord op deze vraag is daarom zo interessant, omdat door zijn informatie zeker honderden mensen uit handen van de Duitsers zijn gebleven.
Immers, Andijk zat volgepakt met onderduikers en een razzia bij verrassing zou stellig hoogst ernstige gevolgen hebben gehad.
Dit alles was belangrijk genoeg om de zoon van de heer Lenters hierover aan te spreken.
Hij (Ben Lenters) functioneerde tijdens de oorlog als koerier. Aanvankelijk had hij moeite hierover iets te zeggen, omdat zijn vader er ook altijd over had gezwegen.
Hij vertelde hierover: ‘Ik kan alleen maar zeggen dat ik een vermoeden heb over de manier waarop mijn vader aan informatie kwam. Hij had n.l. een bijzonder goede relatie met de toenmalige inspecteur van politie, de heer Beekhoven.
Deze inspecteur was vrijwel altijd op de hoogte van bepaalde acties die de Duitsers ondernamen, omdat daarbij ook altijd zekere politiediensten moesten worden vervuld. Bovendien heb ik de indruk dat deze inspecteur er ook altijd opzettelijk op uit was van allerlei dingen op de hoogte te komen, b.v. via het stadhuis e.d.”

Eind 1943 werd het verzet in Enkhuizen een zware slag toegebracht. Politieagenten met NSB-sympathieën hadden een gesprek tussen verzetsmensen afgeluisterd.
Kort daarna werd een aantal (verzets)mensen uitgenodigd om op het stadhuis te komen, zogenaamd voor een gesprek met de burgemeester. Omdat dit allen personen waren die vanuit hun publieke of sociale functie wel vaker een dergelijke uitnodiging kregen, wekte dit geen argwaan. Bij aankomst op de burgemeesterskamer werden zij gearresteerd.
Lenters werd in het stadhuis door een medewerkster gewaarschuwd en is het stadhuis onmiddellijk door de achterdeur uitgelopen.

De jaren 1944-1945.

Direct hierna is Jan Lenters ondergedoken. Zijn eerste onderduikadres was in Enkhuizen, bij wijkzuster Hoekstra die aan de Westerstraat 106B woonde.
In de tijd dat hij daar zat ging hij door met zijn dagelijkse werkzaamheden, op mooie dagen zelfs op het dakterras waar dan een kamerscherm werd neergezet en wat dekens ‘te luchten’ werden gehangen om hem uit zicht te houden. Vertrouwde bekenden, zoals zijn zoon Ben, konden hem daar gewoon bezoeken.
Hoelang hij daar heeft gewoond is niet bekend, maar benedenbuurman Van Kalken kon het geheim niet bewaren en heeft aan te veel mensen verteld dat Lenters boven hem woonde.
Op zekere dag werd hij, mogelijk weer door inspecteur Beekhoven, gewaarschuwd voor een ophanden zijnde arrestatie. Op een zondag is hij als patiënt in een ambulance nog juist op tijd uit Enkhuizen weggebracht naar Andijk.
Hierna is hij ondergedoken bij de familie W.Kooiman Pzn., aan de Dijkweg te Andijk.
In deze periode maakte Lenters gebruik van twee valse of vervalste persoonsbewijzen, die nog in het bezit van zijn nabestaanden zijn.

Ook nadat Jan Lenters en zijn zoon Ben waren ondergedoken ging het onderbrengen van onderduikers in Andijk via de boekwinkel van Lenters aan de Dijk in Enkhuizen gewoon door. De onderduikers meldden zich in de winkel en werden daar opgevangen, waarschijnlijk door dochter Nel Lenters. Op een veilig moment fietste de jongste zoon Herman Lenters samen met de onderduiker naar Andijk, waar ze werden afgeleverd bij ‘de Wilde’ (H.Hovinga) die ze ergens in Andijk onderbracht. Daarna fietste Herman met de tweede fiets aan de hand weer terug naar Enkhuizen.
Na verloop van tijd moest ook Herman Lenters onderduiken, waarna deze route voor onderduikers niet meer gebruikt kon worden.

Na 1945.

Na afloop van de oorlog heeft Jan Lenters zijn oude leven weer voortgezet. Begin jaren 50 bleek de N.V. Drukkerij en Boekhandel v.h. J.W. de Graaf niet meer levensvatbaar te zijn en raakte Lenters zijn baan kwijt.
Hij is uit Enkhuizen vertrokken en heeft daarna op meer plaatsen gewoond.
Bij zijn overlijden woonde hij waarschijnlijk bij zijn zoon Ben in Soestdijk.
Hij is begraven op de Algemene Begraafplaats in Enkhuizen.

Deel deze site met vrienden