Piet Rodenburg (1888 PR 1957).
Piet Rodenburg

Geboren: 5 september 1888 te Alkmaar
Overleden: 30 juli 1957 te Enkhuizen

Hoewel van Rooms-Katholieke huize werd hij al vroeg geraakt door het socialisme en brak met de kerk. Hij was bewonderaar van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, maar sloot zich aan bij de SDAP van Troelstra.

Rodenburg vestigde zich in 1910 in Enkhuizen als voorman-sigarenmaker. Richtte in 1912 een afdeling van de SDAP op, spoedig gevolgd door een afdeling van het NVV, in samenhang met afdelingsbesturen voor metaalbewerkers, houtbewerkers en landarbeiders. Hij werd oprichter van het koor “Stem des Volks”. Hij was voorts initiatiefnemer van de oprichting van de Vara-afdeling. Ook was hij betrokken bij de inrichting van een geheelonthouderskoffiehuis in de Westfriese Munt, met daarnaast een bioscoop. Stichtte in 1922 de sigarenfabriek Westfrisia. Werd in 1925 in Enkhuizen raadslid en bleef dat tot 1956. Vanaf 1939, met een onderbreking van 1941-1945, was hij wethouder. Piet Rodenburg was in de Tweede Wereldoorlog al snel actief in het verzet. Hij combineerde dat werk met een hulpactie voor politieke gevangenen in het Brabantse Haaren en Sint Michielsgestel. Nadat een aantal van die gevangenen werd overgeplaatst naar kampen in Duitsland, werd de verstrekking van voedselpakketten uitgebreid.


Joodse onderduikers,
Bij zijn verzetswerk heeft Piet Rodenburg zich in het bijzonder ingezet voor Joodse onderduikers. Hij beschikte over een uitgebreid netwerk.

Op 13 augustus 1943 werd Rodenburg van zijn bed gelicht door de Grüne Polizei. In Hoorn op de Rode Steen werd hij in het Landwachtershuis drie dagen vastgehouden. Ze konden echter niets belastends tegen hem vinden, niet in huis, niet in zijn zakken, noch in zijn auto. Piet werd weer vrijgelaten en een paar dagen later was hij weer volop bezig met verzetsaktiviteiten voor L.O. en K.P-oostelijk West Friesland. Toen de oorlog voorbij was, benoemde het Militair Gezag Piet Rodenburg in 1945 tot voorzitter van de ‘Zuiveringscommissie voor ambtenaren’. Zijn ‘Weldoenerswerk’ is lovend vermeld in uitgaven als ‘De Hel van Buchenwald’, in de herinneringen van Willem Drees ‘Van mei tot mei’, alsmede in deel 8 van Lou de Jongs beschrijving van Nederland in oorlogstijd. In 1947 zag hij af van een verkiesbare plaats voor de Tweede Kamer. Hij koos voor de Provinciale Staten voor één periode. Hij is meer dan twintig jaar gewestelijk bestuurder van SDAP/PvdA geweest.

Zijn crematie in augustus 1957 werd een grootse gebeurtenis. Er waren ministers, Kamerleden, Statenleden, een Commissaris van de Koningin, burgemeesters, een grote delegatie uit Enkhuizen en (oud)partijbestuurders. Onder meer werd gesproken door de PvdA-voorzitter Evert Vermeer.

Deel deze site met vrienden