Te Laat.
Geboren in 1952 ben ik te laat geboren om nog iets mee te krijgen over de tweede wereldoorlog. De wederopbouw was volop in gang en het leven had weer zijn gewone loop genomen.
Over de oorlog werd niet of nauwelijks meer gerept en of je ouders of grootouders iets in de oorlog hadden betekend, goed of kwaad, werd niet besproken.
Van mijn vader had ik altijd het idee dat hij als schipperszoon redelijk door de oorlog was gerold, zonder er aan deel te nemen. Na zijn overlijden vond ik een verklaring dat hij deel uitmaakte van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten en een bedankbrief voor de bewezen toewijding en belangrijke diensten die hij voor het Vaderland heeft verricht, ondertekend door Prins Bernhard.
Maar of mijn vader nu werkelijk iets voor het verzet heeft betekend? Geen idee en ik was te laat om het nog aan hem te kunnen vragen.
Opa Jan Lenters
Van mijn opa Jan Lenters wist ik wel dat hij iets in het verzet had gedaan en dat hij ondergedoken had gezeten. Maar wat precies? Alweer geen idee.
Pas toen ik gepensioneerd was ging ik eens goed het boekje “Andijkers in verzet” lezen wat ik een paar jaar daarvoor van mijn oom Ben had gekregen.
Daarin las ik, dat opa Jan Lenters vanuit Enkhuizen honderden onderduikers had ondergebracht, dat hij contacten had zodat hij kon waarschuwen als er een razzia op komst was. Pas toen ben ik verder gaan zoeken wat ik over hem kon vinden en gelukkig was er al heel wat op internet gezet, maar niet alles.
Ik heb nog kunnen achterhalen dat hij voor het onderbrengen van onderduikers gebruik maakte van het distributienetwerk wat oorspronkelijk bedoeld was voor de distributie van de krant “De Vrije Westfries” waarvan hij directeur en uitgever was.
Onderduikers liepen zijn winkel binnen en werden daarvandaan naar vooral Andijk gebracht. Soms gewoon met de bus, soms op de fiets samen met zoon Herman, die dan met twee fietsen weer terug reed.
Maar omdat opa Jan Lenters behoorlijk zelfstandig opereerde is lang niet alles over hem bekend geworden.
Navragen bij zijn kinderen kon ik het niet meer, die waren overleden behalve de jongste zoon waarvan het geheugen niet meer betrouwbaar is.
Alweer was ik te laat.
Niet vergeten
We zijn hier bij elkaar met allemaal mensen van wie een familielid bewezen een rol heeft gespeeld in het verzet tijdens de tweede wereldoorlog. Familieleden over wie iets is te vertellen. Verhalen waar we trots op mogen zijn en die we, met inachtneming van de wensen van die familieleden, door mogen vertellen aan de generaties na ons.
Waargebeurde verhalen, misschien soms wat gekleurd, maar toch waargebeurd.
En voordat het te laat is moeten die verhalen verteld worden:
Opdat we niet vergeten.